lavendelkoek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lavendelkoek (hulp, bestand)
- IPA: / laˈvɛndəlˌkuk / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /laˈvɛndəɫˌkuk/, /laˈvɛndɔɫˌkuk/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /laˈvɛndəlˌkuk/
Woordafbreking
- la·ven·del·koek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lavendel en koek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lavendelkoek | lavendelkoeken |
verkleinwoord | lavendelkoekje | lavendelkoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de lavendelkoek m
- een koekje waarin lavendel de belangrijkste smaakmaker is
- Dit zijn werkelijk heerlijke lavendelkoekjes.
Opmerkingen
- In de praktijk wordt dit woord vrijwel alleen gebruikt in de verkleinvorm meervoud.
Gangbaarheid
- Het woord 'lavendelkoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal