landverhuizer

Nederlands

1. Landverhuizers van België naar Amerika op het gelijknamige schilderij van E. Laermans uit 1894

Uitspraak

• Geluid:  landverhuizer    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈlɑntfərˌhœyzər / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• land·ver·hui·zer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  land zn  en  verhuizer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	landverhuizer	landverhuizers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de landverhuizer m

1. iemand die blijvend in een ander land gaat wonen

   • Messi is uniek als voetballer, maar niet als jonge landverhuizer. 

Synoniemen

• migrant

Hyponiemen

• emigrant
• immigrant

Gangbaarheid

• Het woord landverhuizer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.