lancet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lan·cet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plat mesje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1567 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lancet | lancetten |
verkleinwoord | lancetje | lancetjes |
Zelfstandig naamwoord
het lancet o
- een dubbelsnedig operatiemes
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een dubbelsnedig operatiemes
Gangbaarheid
- Het woord lancet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lancet" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "lancet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- IPA: /læn.sɪt/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
lancet | lancets |
Zelfstandig naamwoord
lancet
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 76 %
- Prevalentie Vlaanderen 66 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels