lammig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lam·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lammig | lammiger | lammigst |
verbogen | lammige | lammigere | lammigste |
partitief | lammigs | lammigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
lammig [1]
- slaperig, lamlendig, zat, futloos
- ▸ Ik vind het een dilemma. Want als moeder zou ik het liefste willen dat mijn kinderen pas ver na hun 18e verjaardag alcohol drinken. En zelf geef ik dit voorbeeld. En ondanks dat ik ook altijd stop voordat ik lammig word, want naast dat ik aangeschoten vrouwen niet leuk vind, ik er niet ‘naast’ wil praten en geen zin in een kater heb, blijft het een feit dat ik best veel wijn drink en daar nul komma nul problemen mee heb.[2]
- ▸ Er zijn van die dingen met precies de goede verhoudingen zout, suiker en vet, die zo verslavend lekker zijn dat je ogen er een beetje lammig van naar achteren rollen, alsof je een straatkind bent dat net een snuif lijm heeft genomen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord lammig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lammig" herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Volgens de norm ben ik een drankorgel” (06 jan. 2016), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron Joep Schoo“Smulpaap gezocht” (20 mei 2014), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be