laadboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- laad·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laadboom | laadbomen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de laadboom m
- een draaibare hijs- en takelinstallatie op een boot, bestaande uit een lange paal met touwen en katrollen, waarmee de lading in en uit het ruim gehesen kan worden
Hyperoniemen
Synoniemen
Vertalingen
1. een draaibare hijs- en takelinstallatie op een boot waarmee de lading in en uit het ruim gehesen kan worden
Gangbaarheid
- Het woord laadboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laadboom" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be