klokkenspeler

De klokkenspeler aan z'n manuaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klokkenspeler    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• klok·ken·spe·ler

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  klok  en  speler  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	klokkenspeler	klokkenspelers
verkleinwoord	klokkenspelertje	klokkenspelertjes

Zelfstandig naamwoord

de klokkenspeler m

1. (muziek), (beroep) iemand die een beiaard of carillon bespeelt

Synoniemen

• beiaardier, carillionist

Verwante begrippen

• beiaard, carillon, klokkenspel

Vertalingen

    1. iemand die een beiaard of carillon bespeelt   

Duits: Glockenspieler (de) m Engels: carilloneur (en)

Frans: carillonneur (fr) m Spaans: campanólogo (es)

Gangbaarheid

• Het woord klokkenspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.