kleurloos

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kleurloos    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kleur·loos

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van kleur met het achtervoegsel -loos

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	kleurloos	kleurlozer	kleurloost
verbogen	kleurloze	kleurlozere	kleurlooste
partitief	kleurloos	kleurlozers	-

Bijvoeglijk naamwoord

kleurloos

1. zonder kleur
2. (figuurlijk) oninteressant

Synoniemen

• [1] achromatisch
• [2] saai

Antoniemen

• [1] kleurrijk, gekleurd

Afgeleide begrippen

• kleurloosheid

Vertalingen

    1. zonder kleur   

Engels: colourless (en), achromatic (en) Spaans: descolorido (es), incoloro (es)

Tsjechisch: bezbarvý (cs)

Gangbaarheid

• Het woord kleurloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kleurloos" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.