kindermode
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kindermode (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kin·der·mo·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kindermode | kindermodes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) kleding voor kinderen
- ▸ Een pleidooi hiervoor wordt volgens Jos de Jong, groothandelaar in kindermode, enorm gesteund. Vooral door kleinere winkels. "Op dit moment heeft de winkelier te weinig tijd om de handel regulair te verkopen, zonder korting dus. En die kortingen lopen soms op tot 60 of 70 procent. Doordat winkels elkaar zo opjagen, blijft er te weinig winst over. Er moet bijna geld bij. De situatie is onhoudbaar."[2]
Synoniemen
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Jeroen Schutijser“'Uitverkoop moet aan banden'” (Vrijdag 27 augustus 2010, 19:06), NOS