kiesheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kies·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kiesheid | kiesheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kiesheid v
- het getuigen van goede smaak
- De docent trekt een vergelijking met het soms pornografisch getinte werk van Jan Wolkers en Jan Cremer. ,,Daar zat kiesheid in", schrijft ze aan haar collega's. ,,In dit verhaal lees ik alleen ranzigheid." [2]
- Er zit helaas ook een ander economisch principe achter de drang tot verbreding van prenatale screening. Het is niet kies om dat hardop te zeggen. Maar in deze poging tot discussie is er weinig kiesheid en nog minder keuzevrijheid. [3]
Synoniemen
- beschaafdheid, netheid, respect, discretie, keurigheid, maltentigheid, betamelijkheid, welvoeglijkheid, beleefdheid, kieskeurigheid, schroom, tact, eerbaarheid
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kiesheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kiesheid" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10-09-17 Docent weigert 'vunzig' boek Stella Bergsma
- ↑ Reformatorisch Dagblad 24-08-2004 Het leven wordt nooit perfect
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be