kerstmorgen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerstmorgen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kerst·mor·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstmorgen | kerstmorgens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kerstmorgen m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstmorgen | kerstmorgens |
verkleinwoord |
de kerstmorgen m