kerkgebouwen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkgebouwen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrəkxəˌbɑuwə(n) / (4 of 5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrk.χəˌbɑʊ̯.ə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrk.ɣəˌbɔʊ̯.ə(n)/
Woordafbreking
- kerk·ge·bou·wen
Zelfstandig naamwoord
de kerkgebouwen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kerkgebouw
- ▸ Mijn zondagochtendlijke fietstochten leidden me de afgelopen jaren echter niet langer naar kerkgebouwen, maar ik voelde me steeds meer aangetrokken tot de natuur.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers