kastanjeroos

Nederlands

Rozenbottel

Uitspraak

• Geluid:  kastanjeroos    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• kas·tan·je·roos

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kastanje zn  en  roos zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kastanjeroos	kastanjerozen
verkleinwoord	kastanjeroosje	kastanjeroosjes

Zelfstandig naamwoord

de kastanjeroos v / m

1. (bloemplanten) Rosa roxburghii  een wilde roos die in het zuidwesten van China voorkomt. Ze groeit daar van nature op een hoogte van 500 tot 1400 meter op beboste berghellingen en in bergdalen, maar ze wordt daar al sinds eeuwen ook voor menselijk gebruik geteeld. In Europa wordt de kastanjeroos sinds het begin van de 20e eeuw verbouwd

Hyperoniemen

• rozenfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'kastanjeroos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] kastanjeroos op Wikidata