karretje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  karretje    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈkɑrəcjə/

Woordafbreking

• kar·re·tje

Zelfstandig naamwoord

het karretje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kar

Vertalingen

    1.   

Spaans: carrillo (es) m

Gangbaarheid

• Het woord karretje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karretje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.