kantore
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kan·to·re
Zelfstandig naamwoord
kantore
- datief onzijdig van kantoor, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
- te zijnen kantore (haren, mijnen etc.)
- ten kantore van