kamerjas

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kamerjas    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ka·mer·jas

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kamer  en  jas 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kamerjas	kamerjassen
verkleinwoord	kamerjasje	kamerjasjes

Zelfstandig naamwoord

de kamerjas v / m

1. (kleding) een lange huisjas

   • We moeten nog een nieuwe kamerjas kopen. 

Vertalingen

    1. een lange huisjas   

Duits: Morgenmantel (de) m, Hausmantel (de) m Engels: dressing gown (en) Frans: robe de chambre (fr) v

Papiaments: bata Spaans: bata (es) v

Gangbaarheid

• Het woord kamerjas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kamerjas" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.