kaartspelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kaartspelen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kaart·spe·len

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kaart  en  spelen ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
kaartspelen	speelde kaart	kaartgespeeld
zwak -d	volledig

Werkwoord

kaartspelen

1. (spel) onovergankelijk kaarten

Afgeleide begrippen

• kaartspeelster, kaartspeler, kaartspeling

Zelfstandig naamwoord

de kaartspelen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kaartspel

Synoniemen

• kaartspellen

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord kaartspelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.