jongstleden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jongstleden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• jongst·le·den

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘vorig’ voor het eerst aangetroffen in 1643
• samenstelling van  jongst bw  en  leden ww "voorbijgaan (van de tijd)" 

	stellend
onverbogen	jongstleden
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

jongstleden

1. afgelopen, vorig

   • Hij werkt hier sinds jongstleden (jl.) maandag. 

Gangbaarheid

• Het woord jongstleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jongstleden" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.