intrigeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: intrigeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·tri·geert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
intrigeren |
intrigeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intrigeren
- Jij intrigeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intrigeren
- Hij intrigeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van intrigeren
- Intrigeert!