incidentie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: incidentie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·ci·den·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | incidentie | incidenties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de incidentie v
- het voorkomen
- (medisch) het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid, per aantal van de bevolking
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord incidentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "incidentie" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be