inchoatief

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  inchoatief    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·cho·a·tief

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘werkwoord dat begin van een handeling aangeeft’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1633
• met het achtervoegsel -ief

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	inchoatief	inchoatieven
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de inchoatief m

1. (taalkunde) werkwoord dat een aanvangende handeling uitdrukt

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	inchoatief	inchoatiever	inchoatiefst
verbogen	inchoatieve	inchoatievere	inchoatiefste
partitief	inchoatiefs	inchoatievers	-

Bijvoeglijk naamwoord

inchoatief

1. een aanvangende handeling aangevend

Vertalingen

    1.   

Spaans: incoativo (es)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord inchoatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.