huistelefoon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huis·te·le·foon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huis en telefoon [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huistelefoon | huistelefoons |
verkleinwoord | huistelefoontje | huistelefoontjes |
Zelfstandig naamwoord
de huistelefoon m
- (techniek) telefooninstallatie die communicatie tussen verschillende vertrekken van een gebouw verzorgt
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord huistelefoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.