huisartsenpost
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huis·art·sen·post
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huisarts en post met het invoegsel -en-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | huisartsenpost | huisartsenposten |
| verkleinwoord | huisartsenpostje | huisartsenpostjes |
Zelfstandig naamwoord
de huisartsenpost m
- grootschaliger samenwerking van huisartsen voor het verzorgen van de huisartsenzorg buiten kantooruren
- Een huisartsenpost heeft gemiddeld de zorg voor zo'n de 150.000 inwoners.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord huisartsenpost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.