honorair

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  honorair    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ho·no·rair

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ere-’ voor het eerst aangetroffen in 1775
• afgeleid van het Franse honoraire (met het achtervoegsel -air)

	stellend
onverbogen	honorair
verbogen	honoraire
partitief	honorairs

Bijvoeglijk naamwoord

honorair

1. voor de eer (en veelal onbezoldigd)

Afgeleide begrippen

• honorair ambt, honorair consul, honorair lid, honoraire professor

Vertalingen

    1.   

Engels: honorary (en) Frans: honoraire (fr)

Spaans: honorario (es)

Gangbaarheid

• Het woord honorair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "honorair" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.