Naar inhoud springen

honderdzevenjarig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ze·ven·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen honderdzevenjarig
verbogen honderdzevenjarige
partitief honderdzevenjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

honderdzevenjarig

  1. 107 jaren durend
    • Gedurende dit honderdzevenjarig tijdperk heerste er vrede. 
  2. met de leeftijd van 107 jaar
    • Het honderdzevenjarig vrouwtje was niet onder de indruk van de inbreker. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid