honderdzesjarig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  honderdzesjarig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərtˈsɛsjarəx / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• hon·derd·zes·ja·rig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende afleiding van  honderdzes ht  en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig

	stellend
onverbogen	honderdzesjarig
verbogen	honderdzesjarige
partitief	honderdzesjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

honderdzesjarig

1. 106 jaren durend

   • Gedurende dit honderdzesjarig tijdperk heerste er vrede. 

2. met de leeftijd van 106 jaar

   • Het honderdzesjarig vrouwtje was niet onder de indruk van de inbreker. 

Schrijfwijzen

• 106-jarig

Afgeleide begrippen

•  honderdzesjarige zn 

Gangbaarheid

• Het woord 'honderdzesjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.