herderin
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·de·rin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herderin | herderinnen |
verkleinwoord | herderinnetje | herderinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
de herderin v
- (beroep) begeleidster en bewaakster, meestal van een kudde schapen of ander vee
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord herderin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herderin" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be