Naar inhoud springen

hengsten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heng·sten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

hengsten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hengsten
hengstte
gehengst
zwak -t volledig
  1. inergatief hard werken (als een hengst)
  2. overgankelijk harde klappen geven, hard raken

Zelfstandig naamwoord

de hengstenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hengst

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen