Naar inhoud springen

hellenist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hel·le·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hellenist hellenisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hellenistm

  1. kenner van de klassieke Griekse cultuur
     Ik kwam er achter dat Voetius en Hoornbeek bij hun studie over dit onderwerp al inzetten bij een hellenist als Marcus Aurelius. Op cruciale punten trekken Voetius én Hoornbeek, hoewel aansluitend bij anderen, eigen gereformeerde lijnen.”[1]
  2. iemand die gelooft in de klassieke Griekse goden
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    S. C. Bax
    “Fossielen en geestelijke verlatingen” (02-06-2003), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be