hbs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hbs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hbs | hbs'en |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) (geschiedenis) (letterwoord), (afkorting) tot 1968 school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs zonder klassieke talen. Na de invoering van de Mammoetwet (1968) werd de hbs opgevolgd door enerzijds de vijfjarige havo en anderzijds het zesjarige vwo (met daarin, als meer directe opvolger van de HBS, het zesjarige atheneum, naast het vanouds bestaande gymnasium)
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord hbs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hbs" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Letterwoord in het Nederlands
- Afkorting in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 85 %
- Prevalentie Vlaanderen 34 %