hbo

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hbo    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hbo

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hbo	hbo's
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het hbo o

1. (onderwijs), (letterwoord), (afkorting) hoger beroepsonderwijs. hoger niet-universitair onderwijs

Gangbaarheid

• Het woord hbo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hbo" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
63 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.