hanzeaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- han·ze·aat
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
hanzeaat [1]
- (verouderd) medelid van de Hanze
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'hanzeaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.