handrem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·rem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en rem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handrem | handremmen |
verkleinwoord | handremmetje | handremmetjes |
Zelfstandig naamwoord
de handrem m
- met de hand bediende rem
- Bekende handremmen zijn die van een fiets en de parkeerrem van een auto.
Vertalingen
1. met de hand bediende rem
Gangbaarheid
- Het woord handrem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handrem" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be