gymschoen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gymschoen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gym·schoen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gym ww  en  schoen zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gymschoen	gymschoenen
verkleinwoord	gymschoentje	gymschoentjes

Zelfstandig naamwoord

de gymschoen m

1. (sport), (schoeisel) schoen die speciaal bedoeld is om op te gymmen

   • Het is prima als je naar school gaat op je gymschoenen, maar het is niet verstandig om ze aan te hebben tijdens een sollicitatiegesprek. 

Synoniemen

• sneaker, gymp

Gangbaarheid

• Het woord gymschoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gymschoen" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.