grote bosmuis

Nederlands

1. Een grote bosmuis (Apodemus flavicollis).

Uitspraak

• Geluid:  grote bosmuis    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɣrotə ˈbɔsmœys / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• gro·te bos·muis

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  grote  en bosmuis

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grote bosmuis	grote bosmuizen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de grote bosmuis v / m

1. (knaagdieren) bepaald knaagdier Apodemus flavicollis 

Hyperoniemen

• bosmuizen, muizen en ratten van de Oude Wereld, knaagdieren, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'grote bosmuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.