grootwinkelbedrijf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groot·win·kel·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groot en winkelbedrijf
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | grootwinkelbedrijf | grootwinkelbedrijven |
| verkleinwoord | grootwinkelbedrijfje | grootwinkelbedrijfjes |
Zelfstandig naamwoord
het grootwinkelbedrijf o
- een winkel met filialen in vele plaatsen.
- Het grootwinkelbedrijf had 30 vestigingen.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord grootwinkelbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.