grootcirkel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grootcirkel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- groot·cir·kel
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van "groot" en "cirkel"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootcirkel | grootcirkels |
verkleinwoord | grootcirkeltje | grootcirkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de grootcirkel m
- (wiskunde) (aardrijkskunde)een cirkel die op een bol de omtrek markeert. De grootcirkel en bol hebben een gemeenschappelijk middelpunt, de doorsneden zijn gelijk, en het vlak van de cirkel verdeelt de bol in twee gelijke delen
- De evenaar is een bekende grootcirkel.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. cirkel op bol met gelijk middelpunt
Gangbaarheid
- Het woord 'grootcirkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.