groen-wit
Niet te verwarren met: groenwit |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groen-wit
Woordherkomst en -opbouw
- zn samenstelling van groen zn en wit zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.D
- bn samenstelling van groen bn en wit bn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.D
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groen-wit | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het groen-wit o
- patroon dat is opgebouwd uit witte en groene vlakken
- ▸ De Rotterdamse ondernemer Olaf Ouwerkerk en zijn tweelingzus Marise Ouwerkerk vonden het tijd om hier verandering in te brengen en introduceren Stadsmuisjes, met de vertrouwde anijssmaak maar in het groen-wit van Rotterdam.[1]
- (sport) tenue van een ploeg dat voornamelijk witte en groene vlakken laat zien
stellend | |
---|---|
onverbogen | groen-wit |
verbogen | groen-witte |
partitief | groen-wits |
Bijvoeglijk naamwoord
groen-wit
- met groene en witte vlakken
- ▸ Iedereen die deelgenomen had aan deze spelletjesdag kreeg als aandenken een medaille aan een mooi groen-wit lint.[4]
Gangbaarheid
- Het woord groen-wit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Het is een Rotterdammertje!” (19 juni 2020) op dehavenloods.nl
- ↑ Weblink bron “‘Terugkeer Robben fantastisch voor Nederlands voetbal’” (27-06-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron “FC Groningen deelt beelden van ‘roadtrip’ om Robben op te halen uit München” (29-06-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron Wim Terwint“Prachtige promotie voor het voetbal.” (20 juni 2019) op svfcothen.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal