goedwillend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: goedwillend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣutwɪlənt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- goed·wil·lend
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | goedwillend | goedwillender | goedwillendst |
verbogen | goedwillende | goedwillendere | goedwillendste |
partitief | goedwillends | goedwillenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
goedwillend
- met een positieve houding, met de intentie behulpzaam te zijn
- ▸ In commentaren wordt wel gewezen op dit leidmotief: hoe een in principe goedwillend persoon verblind kan raken en met oprechte bedoelingen toch een verkeerde keuze kan maken.[2]
- ▸ Kindleberger, een beminnelijk en goedwillend man, wilde niet inzien dat de wereld een redder nooit dankbaar is.[3]
- ▸ Een kenmerk van beschaving, vind ik, om ook goedwillend tegenover vreemdelingen te staan.[4]
Verwante begrippen
- goedbedoeld (bijbetekenis: averechts werkend)
- welwillend (gezegd van iemand die meer macht heeft)
Gangbaarheid
- Het woord goedwillend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Bob Hoogenboom“Wat de Nationale Politie en ‘the Bridge on the river Kwai’ gemeen hebben” (16 maart 2017) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Harold James“De wereld is China niet dankbaar genoeg” (7 september 2010) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Ronald Olsthoorn“Spinvis: deuren niet dichthouden” (10 mei 2007) op nrc.nl