godsdienstigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gods·dien·stig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van godsdienstig met het achtervoegsel -heid [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godsdienstigheid | godsdienstigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de godsdienstigheid v
- (religie) de mate waarin men godsdienstige gevoelens heeft
- ▸ Voor het eerst in de geschiedenis is de meerderheid van de Amerikaanse bevolking niet meer protestants. Volgens het Pew Research Center, dat een grote enquête heeft gehouden naar de godsdienstigheid in de VS, is het aantal protestanten in vijf jaar gedaald van 53 naar 48 procent.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord godsdienstigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Protestanten VS onder 50 procent” (Dinsdag 9 oktober 2012, 23:51), NOS