gijl
Niet te verwarren met: gijl. |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gijl
Woordherkomst en -opbouw
- bn en zn o: van Middelnederlands ghijl [1][2]
- zn m: van Latijn chylus [3]; hoewel de herkomst en genus van "gijl" en "chijl" verschilden, gingen de betekenissen van deze woorden al in de 18e eeuw door elkaar lopen [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gijl | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gijl o
- (voeding) (verouderd) wort dat bij het brouwen van bier in het eerste stadium van gisting eerst nog heftig borrelt
- (…) eer het Gijl ten vollen gevaat zal zijn (…) [5]
- (voeding) (verouderd) de eerste gisting bij het brouwen van bier (in het vat)
- De Heeren Staaten Generaal hebben, op den 1 Maart 1584 (b) vastgesteld eene Ordonnantie, (…): dat a11e de Brouwers binnen de geünieerde Provinciën gehouden zouden zijn te betaalen twee stuivers van elke tonne Biers (…) die zij brouwen zullen, het zij grove of kleine Bieren, zoo die uit het Gijl komen, gevaat of bij maniere van aanbrouwen gebroken, of aan kleinder en van minder peil gemaakt worden; [6]
- (voeding) (verouderd) gist dat bij het bereiden van bier ontstaat tijdens het eerste stadium van gisting
- (…) dat de Brouwer geen Gijl weder zal mogen laaten dobbelen of werken, eer het voorgaande is voldaan, (…) [7]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
Zelfstandig naamwoord
het gijl o
- (medisch) (verouderd) chylus, maagmelksap
- (…) dat het lichaam uit de beste tot het koken bekwame spyzen en dranken geen goede gijl meer kan maaken, (…) [9]
Schrijfwijzen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gijl | gijler | gijlst |
verbogen | gijle | gijlere | gijlste |
partitief | gijls | gijlers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gijl o
Gelijkklinkende woorden
Gangbaarheid
- Het woord gijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ gijl op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weiland, P.Nederduitsch taalkundig woordenboek. (1799) J. Allart, en J. Breeman Amsterdam; p. 176; geraadpleegd 2016-08-16
- ↑ Nederlandsch placaat- en rechtskundig woordenboek (1791) J. Allart, Amsterdam; p. 455; geraadpleegd 2016-08-16
- ↑ Nederlandsch placaat- en rechtskundig woordenboek (1791) J. Allart, Amsterdam; p. 454; geraadpleegd 2016-08-16
- ↑ Nederlandsch placaat- en rechtskundig woordenboek (1791) J. Allart, Amsterdam; p. 466; geraadpleegd 2016-08-16
- ↑ 8,0 8,1 Sijs, N. van der"gijl" in: Uitleenwoordenbank (2015), op website: www.meertens.knaw.nl/uitleenwoordenbank/ gehost door het Meertens Instituut
- ↑ Swieten, G. vanVerklaaringen der korte stellingen van Herman Boerhaave. (1791) Fredericus Johannes van Tetroode, Amsterdam; p. 1128; geraadpleegd 2016-08-16
- ↑ Zeydelaar, E.Grammaire générale raisonnée Hollandoise. (1781) Bartholomeus Wild, Utrecht; p. 128; geraadpleegd 2016-08-16
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal