gezondheidswijzer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zond·heids·wij·zer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gezondheid zn en wijzer zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezondheidswijzer | gezondheidswijzers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gezondheidswijzer m
- (medisch) informatiebron op het gebied van gezondheid en de gezondheidszorg
- ▸ De Gezondheidswijzer Plus, onderdeel van GGD Regio Twente, biedt hulp bij goede voornemens.[1]
Gangbaarheid
- Het woord gezondheidswijzer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “GGD biedt hulp bij het realiseren van voornemens” (29-12-2009), Tubantia