gezondheidsschade
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zond·heids·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gezondheid en schade met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezondheidsschade | gezondheidsschaden gezondheidsschades |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) schade aan de gezondheid
Gangbaarheid
- Het woord gezondheidsschade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.