gerstekorrel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ger·ste·kor·rel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gezwelletje aan ooglid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1871 [1]
- samenstelling van gerst zn en korrel zn met het invoegsel -e- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gerstekorrel | gerstekorrels |
verkleinwoord | gerstekorreltje | gerstekorreltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) zaadkorrel van gerst
- (medisch) wit gezwelletje aan het ooglid door verstopping van de talg- of zweetklieren
- zeker patroon in breisteek
- zekere soort van wit weefsel, genoemd naar het erin geweven patroon
Synoniemen
- [2] milia
Vertalingen
2. wit korreltje op het ooglid
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord gerstekorrel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "gerstekorrel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gerstekorrel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).