gepaste

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gepaste    (hulp, bestand)
• IPA: /ɣəˈpɑstə/

Woordafbreking

• ge·pas·te

Woordherkomst en -opbouw

• gepast met de uitgang -e

Werkwoord

vervoeging van:	passen…
verbogen vorm:	gepastee

gepaste

1. verbogen vorm van gepast, voltooid deelwoord van passen

Bijvoeglijk naamwoord

gepaste

1. verbogen vorm van de stellende trap van gepast

Verwante begrippen

• betamelijke, doelmatige, gemakkelijke, geschikte, passende, toepasselijke

Vertalingen

    1.   

Spaans: cómodo (es), conveniente (es), oportuno (es)

Gangbaarheid

• Het woord gepaste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.