geldstuk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geldstuk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• geld·stuk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  geld  en  stuk 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geldstuk	geldstukken
verkleinwoord	geldstukje	geldstukjes

Zelfstandig naamwoord

het geldstuk o

1. muntstuk

Vertalingen

    1.   

Afrikaans: muntstuk (af) Deens: mønt (da) Duits: Geldstück (de) o Engels: coin (en) Esperanto: monero (eo) Frans: pièce de monnaie (fr) v

Italiaans: moneta (it) Pools: moneta (pl) Portugees: moeda (pt) Spaans: moneda (es) v Zweeds: myntet (sv)

Gangbaarheid

• Het woord geldstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geldstuk" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.