geldkas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- geld·kas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geldkas | geldkassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- afsluitbare ruimte waar men veilig geld of andere waarde papieren kan bewaren
- Vermoedelijk tijdens de nacht van woensdag op donderdag werd ingebroken in het jeugdhuis Akira in Turnhout. De daders geraakten binnen via een openstaand raam. De geldkas werd gestolen. [2]
- (boekhouding) al het geld dat men bezit
- De Belastingdienst komt ondernemers in de geplaagde tuinbouwsector nu tegemoet, zo meldt persbureau Novum. Voorlopige belastingaanslagen kunnen op verzoek worden verlaagd. De fiscus belooft verder teruggaven versneld te behandelen. Tot slot biedt de belastingdienst aan uitstel van betaling te verlenen of een betalingsregeling te treffen indien dat nodig is. Met deze regelingen kunnen ondernemers de ruimte in hun geldkas tijdelijk vergroten. [3]
Synoniemen
- [1] kluis, geldkast
- [2] geldmiddelen
Afgeleide begrippen
- [2] ziekengeldkas
Gangbaarheid
- Het woord geldkas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geldkas" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 13 DECEMBER 2008 Jeugdhuis
- ↑ NRC Jules Seegers 11 juli 2011 Belastingdienst komt door EHEC-crisis getroffen telers tegemoet
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Boekhouding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %