gehoorgang

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gehoorgang    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·hoor·gang

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gehoor  en  gang 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gehoorgang	gehoorgangen
verkleinwoord	gehoorgangetje	gehoorgangetjes

Zelfstandig naamwoord

de gehoorgang m

1. (anatomie) een holle buis die de oorschelp met het middenoor verbindt

Verwante begrippen

• gehoor, gehoorafstand, gehoorsafstand, gehoorapparaat, gehoorbeschadiging, gehoorbuis, gehoordrempel, gehoorgestoord, gehoorgrens, gehoormeting, gehooropening, gehoororgaan, gehoorverlies, gehoorvlies, gehoorweg, gehoorzaal

Vertalingen

    1. een holle buis die de oorschelp met het middenoor verbindt   

Duits: Gehörgang (de) m Engels: acoustic meatus (en)

Spaans: conducto auditivo (es) m, canal auditivo (es) m

Gangbaarheid

• Het woord gehoorgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gehoorgang" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.