galvaniseren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: galvaniseren (hulp, bestand)
- IPA: /ˌɣɑɫvaniˈzeːrə(n)/
Woordafbreking
- gal·va·ni·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- van Duits galvanisieren, op te vatten als eponiem: afgeleid van Galvani met het achtervoegsel -iseren[1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
galvaniseren /ˌɣɑɫvaniˈzeːrə(n)/ |
galvaniseerde /ˌɣɑɫvaniˈzeːrdə/ |
gegalvaniseerd /ɣəˌɣɑɫvaniˈzeːrt/ |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
galvaniseren
- overgankelijk een laag zink opbrengen, (vaak thermisch) verzinken
- Dat ijzeren hek is gegalvaniseerd tegen het roesten.
- galvanisch met een dunne laag metaal bedekken
- (medisch) een lichaam aan stroom onderwerpen
Synoniemen
- [1] verzinken
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een laag zink opbrengen
Gangbaarheid
- Het woord galvaniseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "galvaniseren" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ galvaniseren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %