fraudezaak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fraudezaak (hulp, bestand)
Woordafbreking
- frau·de·zaak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fraude en zaak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fraudezaak | fraudezaken |
verkleinwoord | fraudezaakje | fraudezaakjes |
Zelfstandig naamwoord
- (juridisch) een m.n. juridische zaak waarbij fraude een rol speelt
- Een grote fraudezaak in de autohandel.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord fraudezaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.