forsøg
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- for·søg
Woordherkomst en -opbouw
- Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Deense werkwoord forsøge
Naar frequentie | 1486 |
---|
Werkwoord
forsøg
- gebiedende wijs van forsøge
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | forsøg | forsøget | forsøg | forsøgene |
genitief | forsøgs | forsøgets | forsøgs | forsøgenes |
Zelfstandig naamwoord
forsøg, o
Synoniemen
- [2]: eksperiment
- [2]: prøve
- [2]: test
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Typische woordcombinaties
|
Zelfstandig naamwoord
forsøg
- nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van forsøg
Verwijzingen
- forsøg in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk